Skip to main content

USA/Canada, week 4

Dit is het laatste deel van het verslag van onze reis naar USA & Canada. Het begin kan je hier lezen.


Dag 22 : Prince Rupert
Wat een trieste dagen hebben we achter de rug : het regent al een tijdje, het landschap is monotoon & de dorpen die we passeren zien er armetierig & versleten uit. Het absolute dieptepunt is de streek rond Hazeltown. Deze woestenij is ook totempole county; in het dorpje Kitwancool zouden volgens onze Trotter de mooiste totempalen van Canada moeten staan. Helaas. Kitwancool is een Indiaans trailerpark op een halve vuilnisbelt, waar een vijftiental versleten totempalen ergens in een hoekje staan, dromend van betere tijden.
Ons geluk keert eindelijk wanneer we de Skeena vallei inrijden : de dichte dennebossen wijken voor een prachtige vallei waarin de brede Skeena rivier in stroomt. De weg loopt langs de spoorlijn, en op de sporen zie ik een gigantische grizzly; iets later blijkt het een moeder met jong te zijn.


Dag 23 : Inside passage
De Inside Passage is een 15 uur durende trip op de veerboot doorheen de eilanden langs de West-Canadese kust. We spotten verschillende orka's, dolfijnen & adelaars, maar blijven enigszins op onze honger zitten mbt het zien van wildlife.


Dag 24-25 : Vancouver Island
Vancouver Island is bijna zo groot als Nederland, met slechts een 750 000 inwoners, die bijna allemaal in het zuiden wonen. Onze tocht brengt ons van het noorden via de oostkust naar Victoria. We picknicken aan het gezellige Hoomak meer; het water is heerlijk warm en zalig om in te zwemmen.
Campbell River is een gezellige stad, waar vooral de Cow Bay road een leuke buurt is. Voor één keer bewijst de Trotter gids zijn nut : het Riptide restaurant is het beste waar we in Canada aten – het is goed weggestoken achter het Zeller warenhuis. Aan ons Oostenrijks aandoend hotelletje merk ik ‘s ochtends een gigantische American bald eagle op in de bomen.
In Strathcona Park houden de meeste toeristen het op de Centennial trail, een korte wandeling aangelegd op houten pontons; wij volgen de wandeling naar McKenzie Lake; ook hier zalig warm water waar het heerlijk picknicken & zwemmen is. We stoppen nog even in Duncan, die zich totempole city mag noemen – geen authentieke totempalen, maar nieuwe, gemaakt door verschillende artiesten sieren het dorpje. We vinden er zelfs een Nederlandse dame die een lekker roomijs salon uitbaat.
Weinig tijd om Victoria te verkennen; het blijft bij een restaurant zoeken voornamelijk – Nautical Nellies heeft prijzige maar wel lekkere crab cakes & de beste red tiger rolls.


Dag 26-27 : Vancouver
Wat een drukte na al dat natuurschoon van de voorbije dagen ! Vancouver is een ware metropool die ons wat aan San Francisco doet denken : heel wat verschillende nationaliteiten leven hier wat zich ook in een ongelofelijke diversiviteit vertaalt van restaurants; de kwaliteit verschilt echter zeer van etablissement tot etablissement : onze Japanse bento box bevat heel wat lekkernijen, maar de Vietnamese loempia’s die we de volgende dag proberen zijn waarlijk degoutant. We verblijven in de Ramada Inn, niet echt een aanrader in een nogal ruigere buurt van Vancouver, waar een heleboel bedelaars rondlopen. Het is een trend die ons de ganse oostkust van Canada opviel…


Dag 28 : Seattle
De huurauto die we in Denver huurden, kunnen we niet in Canada droppen, dus moeten we door naar Seattle. Het is lang aanschuiven aan de grens, en tot overmaat van ramp moeten we ons vers fruit allemaal afgeven. De afstand van Vancouver naar Seattle bedraagt slechts een goeie 200km, maar we doen er meer dan vijf uur over. Het verkeer rond Seattle staat voornamelijk stil, met gigantische files, zelfs buiten het spitsuur.
De dag erna vliegen we terug huiswaarts na een korte stop in New York. Een viertal weken met als hoogtepunten Yellowstone & Banff heb ik neergepend.