Reisverslag Zuid-Afrika, slot
Dit is het laatste deel van ons reisverslag naar Zuid-Afrika. Het begin kan je hier lezen.
Dag 14 en 15 : Tsitsikamma Park
De volgende dag rijden we door naar de Western Cape provincie. Het Tsitsikamma park is eigenlijk een smalle kuststrook waarin verscheidene hiking trails te vinden zijn. De meest bekende is de Otter trail, die de ganse kuststrook volgt, en waarvoor je 5 dagen nodig hebt om hem af te leggen. Wegens veiligheidsvoorschriften mogen slechts 12 personen de trail tegelijk onder begeleiding volgen. Logisch dus dat je maanden op voorhand dient te reserveren. Wie geen reservatie kon vastleggen, kan een stukje van de trail volgen via het Waterfall trail, wat wij proberen. Opgepast : de Otter trail is niet voor broekventen : op sommige stukken dient er serieus geklauterd te worden, soms zelfs op stukken rots nabij de branding. Het nadeel van de Waterfall trail is dat je via hetzelfde stuk moet terugkeren, en de markeringen staan enkel in de heenrichting. We verliezen dan ook veel tijd met te zoeken naar het juiste pad.
's Avonds arriveren we in de badstad Knysna. In de bar drink ik het lokaal gebrouwen Mitchells bier. Niet echt een aanrader. Ook de andere bieren zijn niet echt aan te hoogvliegers : Castel beer lijkt meer op Heineken dan op bier, en het uit Namibie ge-importeerde Windhoek is ook maar zo-zo; enkel de Black Label is lekker te noemen.
Dag 16 : Garden Route
In Knysna is niet zoveel te beleven, het ooit zo artistieke dorpje is niet meer dan een toeristische met boetieks volgepropte stad geworden. We besluiten dan ook de flyers in de hotel lobby te bekijken en vinden er 3 mini reservaten in The Crafts, zo'n 60km terug naar het oosten. Birds of Eden is een vogelreservaat waar verwaarloosde en gewonde dieren verzorgd worden in een gigantische voliere. Je kan er via een ingenieus aangelegd parcours via hangbruggen en watervalletjes doorlopen, en de verschillende vrij rondvliegende vogels in bewonderen. Je vindt er tal van tropische vogelsoorten die redelijk aan de mens gewoon zijn : een cockatiel parakiet vindt mijn schouder zo leuk dat hij de helft van het park op mijn schouder blijft zitten.
Monkeyland is een tweelingpark van Birds of Eden, maar dan met apen. De enige mogelijkheid om dit park te bezoeken is via een begeleide wandeling van een uur. Beide parken zijn uitstekende aanraders waar je vlug een halve dag mee zoet bent.
Tenikwa is een vergelijkbaar kamp waar men cheetahs (of jachtluipaarden) en andere Afrikaanse katachtigen opvangt. De cheetah is deel van de Big Five, maar de kans dat je hem vrij in het wild ziet, is nihil : hij wordt meedogenloos afgeslacht door de Afrikaanse boeren, die hun vee willen beschermen tegen deze medogenoze killer. Tenikwa werkt samen met de boeren, tagt de luipaarden, en vergoedt eventuele gedood vee in ruil voor het in leven laten van deze prachtige dieren.
Wij kiezen voor de Wild Cat and Cheetah Walk combo. In het eerste deel van een uur lang krijg je een zicht op de verschillende beesten die in het kamp verzorgd worden. In het tweede deel krijg je de kans om een wandeling mee te maken met een jachtluipaard. Je mag het luipaard vasthouden aan een leiband, maar daar moet je je niet teveel van voorstellen : het beest doet zijn eigen ding, en jij loopt er maar wat achter. Desondanks een hele spannende ervaring : het gaat hier wel over redelijk tamme beesten die mensen gewoon zijn, maar je bent toch maar op stap met 60kg spieren, testosteron en scherpe tanden !
Dag 17 : Oudtshoorn
We besluiten de voormiddag op het strand van Brenton-on-Sea door te brengen waar de jet-set van Knysna verblijft. Helaas mag je er wegens de sterke stroming niet zwemmen, maar pootje baden mag nog net, en biedt voldoende bescherming tegen de verschroeiende Afrikaanse zon.
Oudsthoorn zelf is een eerder saai stadje waar 's avonds geen ruk te beleven valt. We eten er in een steak house, en steken er het slechtste voedsel achter de kiezen dat we op onze reis ervaren.
Dag 18 : Robertson
Op aanraden van de hoteluitbater verlaten we de scenic Route 62, en slaan links af richting Villiersdorp. Bedoeling was om dan richting Stellenbosch en Franschhoek te rijden, maar in laatste instantie gaan we toch verder richting zuiden, en rijden door naar Hermanus. Het schijnt er de beste plaats in Zuid-Afrika te zijn om walvissen te spotten. En inderdaad, we hebben geluk : een vijftal grote loebassen drijven in de baai rond, en lokken ohs en ahs uit van de talrijke toeristen. Hermanus is druk en uiterst toeristisch, maar op een of andere kitscherige manier uiterst gezellig. We verblijven er een halve dag, en rijden dan door naar Stellenbosch. Deze studentenstad blijkt minder interessant dan verhoopt, en we rijden dan maar door naar onze eindbestemming, Kaapstad.
Kilometers voor je Kaapstad binnenrijdt, merk je al de krottenwijken op. Een gigantische verzameling huisjes van karton en golfplaat staan troosteloos mijlenlang langs de snelweg, en staan in schril contrast met de grote villa's die in Kaapstad terug te vinden zijn. Er zijn reisagentschappen die je enkele dagen verblijf in de townships regelen, maar ik heb toch teveel ethische bezwaren, en het lijkt me toch iets teveel ramptoerist te spelen. Mocht je het toch doen, neem dan zeker kleding mee om uit te delen.
Dag 19, 20 en 21 : Kaapstad
Kaapstad is een smeltkroes van kulturen, en dat vertaalt zich in een ditto rijstijl op de autostrade, die een mengeling is van de nerveuze Europese en zorgeloze Afrikaanse rijstijlen. Op een gegeven druk moment valt mijn GPS uit, en op dat moment worden we door een busje afgesneden en op een afrit geduwd, waardoor we middenin de drukke avondspits belanden, middenin de stad. Na enkele stresserende minuten vinden we dan toch ons hotel terug.
De dag erna besluiten we het Kaapse schiereiland te verkennen. Het is een rit van zo'n 80km waarbij we eerst halthouden in Simonstad, die het huis vormt van de beroemde penguins in Boulders peak. We besluiten de ingang van het park links te laten liggen, en het voetpad verder te volgen tot op het strand. We komen middenin een kleine kolonie penguins terecht waar we een halfuurtje genieten van het aangename gezelschap van deze leuke diertjes.
Verder naar Cape Point, het uiteinde van het Kaapse schiereiland. Dit ligt in het Cape of Good Hope Nature Reserve, dat een nogal dure inkomprijs van 75 Rand vraagt. Bij de beklimming naar de vuurtoren van Cape Point, slaat het weer plots om, en begint het verschrikkelijk te waaien, en later hard te regenen. De rest van het park slaan we gade vanuit de lekker warme en droge auto. Uiteindelijk dwingt de regen ons terug naar het hotel. Bedoeling was om nog wat walvissen te spotten in Kommetjie, en de vergezichten van Houtbaai & Chapmans Peak te bezichtigen, maar met dit weer is dit onmogelijk.
De dag erna regent het oude wijven. We besluiten om de verkenning van Kaapstad zelf via de hop-on hop-off bus te doen. Ideaal om uit te drogen na enkele natte wandelingen door de stad zelf.
De laatste dag is het weer stukken beter; we bezoeken Houtbaai, waar het enige interessante de uitkijk op Chapmans Drive is. Een ritje langs het Kaapse schiereiland brengt ons bijna automatisch terug bij Simonstad, waar we de penguins nog eens bezoeken, en nog wat souvenirs aanschaffen vooraleer we de rit naar de vluchthaven aanvangen. 24 uur later, drie luchthavens verder, en één valies minder dan we vertrokken, komen we terug thuis...
Dag 14 en 15 : Tsitsikamma Park
De volgende dag rijden we door naar de Western Cape provincie. Het Tsitsikamma park is eigenlijk een smalle kuststrook waarin verscheidene hiking trails te vinden zijn. De meest bekende is de Otter trail, die de ganse kuststrook volgt, en waarvoor je 5 dagen nodig hebt om hem af te leggen. Wegens veiligheidsvoorschriften mogen slechts 12 personen de trail tegelijk onder begeleiding volgen. Logisch dus dat je maanden op voorhand dient te reserveren. Wie geen reservatie kon vastleggen, kan een stukje van de trail volgen via het Waterfall trail, wat wij proberen. Opgepast : de Otter trail is niet voor broekventen : op sommige stukken dient er serieus geklauterd te worden, soms zelfs op stukken rots nabij de branding. Het nadeel van de Waterfall trail is dat je via hetzelfde stuk moet terugkeren, en de markeringen staan enkel in de heenrichting. We verliezen dan ook veel tijd met te zoeken naar het juiste pad.
's Avonds arriveren we in de badstad Knysna. In de bar drink ik het lokaal gebrouwen Mitchells bier. Niet echt een aanrader. Ook de andere bieren zijn niet echt aan te hoogvliegers : Castel beer lijkt meer op Heineken dan op bier, en het uit Namibie ge-importeerde Windhoek is ook maar zo-zo; enkel de Black Label is lekker te noemen.
Dag 16 : Garden Route
In Knysna is niet zoveel te beleven, het ooit zo artistieke dorpje is niet meer dan een toeristische met boetieks volgepropte stad geworden. We besluiten dan ook de flyers in de hotel lobby te bekijken en vinden er 3 mini reservaten in The Crafts, zo'n 60km terug naar het oosten. Birds of Eden is een vogelreservaat waar verwaarloosde en gewonde dieren verzorgd worden in een gigantische voliere. Je kan er via een ingenieus aangelegd parcours via hangbruggen en watervalletjes doorlopen, en de verschillende vrij rondvliegende vogels in bewonderen. Je vindt er tal van tropische vogelsoorten die redelijk aan de mens gewoon zijn : een cockatiel parakiet vindt mijn schouder zo leuk dat hij de helft van het park op mijn schouder blijft zitten.
Monkeyland is een tweelingpark van Birds of Eden, maar dan met apen. De enige mogelijkheid om dit park te bezoeken is via een begeleide wandeling van een uur. Beide parken zijn uitstekende aanraders waar je vlug een halve dag mee zoet bent.
Tenikwa is een vergelijkbaar kamp waar men cheetahs (of jachtluipaarden) en andere Afrikaanse katachtigen opvangt. De cheetah is deel van de Big Five, maar de kans dat je hem vrij in het wild ziet, is nihil : hij wordt meedogenloos afgeslacht door de Afrikaanse boeren, die hun vee willen beschermen tegen deze medogenoze killer. Tenikwa werkt samen met de boeren, tagt de luipaarden, en vergoedt eventuele gedood vee in ruil voor het in leven laten van deze prachtige dieren.
Wij kiezen voor de Wild Cat and Cheetah Walk combo. In het eerste deel van een uur lang krijg je een zicht op de verschillende beesten die in het kamp verzorgd worden. In het tweede deel krijg je de kans om een wandeling mee te maken met een jachtluipaard. Je mag het luipaard vasthouden aan een leiband, maar daar moet je je niet teveel van voorstellen : het beest doet zijn eigen ding, en jij loopt er maar wat achter. Desondanks een hele spannende ervaring : het gaat hier wel over redelijk tamme beesten die mensen gewoon zijn, maar je bent toch maar op stap met 60kg spieren, testosteron en scherpe tanden !
Dag 17 : Oudtshoorn
We besluiten de voormiddag op het strand van Brenton-on-Sea door te brengen waar de jet-set van Knysna verblijft. Helaas mag je er wegens de sterke stroming niet zwemmen, maar pootje baden mag nog net, en biedt voldoende bescherming tegen de verschroeiende Afrikaanse zon.
Oudsthoorn zelf is een eerder saai stadje waar 's avonds geen ruk te beleven valt. We eten er in een steak house, en steken er het slechtste voedsel achter de kiezen dat we op onze reis ervaren.
Dag 18 : Robertson
Op aanraden van de hoteluitbater verlaten we de scenic Route 62, en slaan links af richting Villiersdorp. Bedoeling was om dan richting Stellenbosch en Franschhoek te rijden, maar in laatste instantie gaan we toch verder richting zuiden, en rijden door naar Hermanus. Het schijnt er de beste plaats in Zuid-Afrika te zijn om walvissen te spotten. En inderdaad, we hebben geluk : een vijftal grote loebassen drijven in de baai rond, en lokken ohs en ahs uit van de talrijke toeristen. Hermanus is druk en uiterst toeristisch, maar op een of andere kitscherige manier uiterst gezellig. We verblijven er een halve dag, en rijden dan door naar Stellenbosch. Deze studentenstad blijkt minder interessant dan verhoopt, en we rijden dan maar door naar onze eindbestemming, Kaapstad.
Kilometers voor je Kaapstad binnenrijdt, merk je al de krottenwijken op. Een gigantische verzameling huisjes van karton en golfplaat staan troosteloos mijlenlang langs de snelweg, en staan in schril contrast met de grote villa's die in Kaapstad terug te vinden zijn. Er zijn reisagentschappen die je enkele dagen verblijf in de townships regelen, maar ik heb toch teveel ethische bezwaren, en het lijkt me toch iets teveel ramptoerist te spelen. Mocht je het toch doen, neem dan zeker kleding mee om uit te delen.
Dag 19, 20 en 21 : Kaapstad
Kaapstad is een smeltkroes van kulturen, en dat vertaalt zich in een ditto rijstijl op de autostrade, die een mengeling is van de nerveuze Europese en zorgeloze Afrikaanse rijstijlen. Op een gegeven druk moment valt mijn GPS uit, en op dat moment worden we door een busje afgesneden en op een afrit geduwd, waardoor we middenin de drukke avondspits belanden, middenin de stad. Na enkele stresserende minuten vinden we dan toch ons hotel terug.
De dag erna besluiten we het Kaapse schiereiland te verkennen. Het is een rit van zo'n 80km waarbij we eerst halthouden in Simonstad, die het huis vormt van de beroemde penguins in Boulders peak. We besluiten de ingang van het park links te laten liggen, en het voetpad verder te volgen tot op het strand. We komen middenin een kleine kolonie penguins terecht waar we een halfuurtje genieten van het aangename gezelschap van deze leuke diertjes.
Verder naar Cape Point, het uiteinde van het Kaapse schiereiland. Dit ligt in het Cape of Good Hope Nature Reserve, dat een nogal dure inkomprijs van 75 Rand vraagt. Bij de beklimming naar de vuurtoren van Cape Point, slaat het weer plots om, en begint het verschrikkelijk te waaien, en later hard te regenen. De rest van het park slaan we gade vanuit de lekker warme en droge auto. Uiteindelijk dwingt de regen ons terug naar het hotel. Bedoeling was om nog wat walvissen te spotten in Kommetjie, en de vergezichten van Houtbaai & Chapmans Peak te bezichtigen, maar met dit weer is dit onmogelijk.
De dag erna regent het oude wijven. We besluiten om de verkenning van Kaapstad zelf via de hop-on hop-off bus te doen. Ideaal om uit te drogen na enkele natte wandelingen door de stad zelf.
De laatste dag is het weer stukken beter; we bezoeken Houtbaai, waar het enige interessante de uitkijk op Chapmans Drive is. Een ritje langs het Kaapse schiereiland brengt ons bijna automatisch terug bij Simonstad, waar we de penguins nog eens bezoeken, en nog wat souvenirs aanschaffen vooraleer we de rit naar de vluchthaven aanvangen. 24 uur later, drie luchthavens verder, en één valies minder dan we vertrokken, komen we terug thuis...